zondag 22 februari 2015

De soortenrijkdom van Nijmegen: Kosmopolieten aan de Waal

Rhodondendroncicade © Harm Alberts
De globalisering is ook op het stoepje voor uw deur in Nijmegen terug te vinden. De internationale handel heeft in toenemende mate gezorgd voor de komst van nieuwe planten- en diersoorten. Al ruim voor de Romeinen was er sprake van een forse immigratie van flora en fauna. Het zaaigoed voor de granen van de eerste landbouwers was verontreinigd met de zaden van akkeronkruiden uit zuidelijke streken zoals de Akkerleeuwenbek. Die is tot op de dag van vandaag terug te vinden op de zandige stukjes op de spoelvlakte ten zuiden van de stuwwal. Vroeger was hier geen woonbebouwing maar was het een weinig begroeide heuvelrug met hier en daar wat kleinschalige akkertjes.

Daarnaast zorgde de eerste stenen bebouwing voor habitat voor liefhebbers van een steenachtig milieu zoals de Zwarte Roodstaart en talrijke korstmossen van kalksteen. Ook de Huismus maakte zijn sprong naar het noorden waar hij afhankelijk is van voldoende warme nestmogelijkheden.

In de tijd van de Hanze werd in toenemende mate handel met Scandinavië, Rusland en de Baltische staten gedreven. De handel bracht hier hout en granen. En wederom zorgde dit voor de komst van vele adventieve (meegevoerde) plantensoorten. Kenmerkend voor deze golf is de Oosterse Raket die in zeer kleine aantallen tot op de dag van vandaag stand houd in het havengebied van de Oostkanaaldijk.

Vanaf de 16de eeuw kwamen parken en later tuinen steeds meer in zwang. De rijkere burgers konden pronken met hun tuinen en hiervoor werden dan ook in toenemende mate uitheemse planten ingevoerd. Dit zorgde niet alleen voor de komst van nog meer plantensoorten, maar ook op deze planten en in de kluiten van deze planten liften veel beestjes mee. De prachtige Rododendroncicade is een fraaigekleurd insect datzo Europa bereikte. Deze immigratiegolf  van biodiversiteit gaat nog steeds door. Tegenwoordig spelen  tuincentra daarin een hoofdrol.

Tegenwoordig duiken plantensoorten op uit alle gematigde streken van de wereld zoals Nieuw-Zeeland (Watercrassula), China (Vlinderstruik), Midden-Amerika (Gevlamde Fijnstraal) en  Noord-Amerika (Teunisbloem).  

Akkerleeuwenbek in de Hazenkamp © Erik van Dijk
Misschien wel de meest opmerkelijke adventief is het Bezemkruiskruid. Deze bewoner van de rotsige beekdalen in het oosten van Zuid-Afrika is via de import van wol in Europa beland. De pluizige zaadjes raakten verstrikt in de wol en belanden via de wol in Europa. Bezemkruiskruid is in Nijmegen een zeer algemene plant die tot laat in de herfst bloeit en met name langs wegen, het spoor en braakliggende terreinen te vinden is.

Integratie geeft soms schuring, maar is soms juist een verrijking. Sommige soorten vinden een nieuwe niche (eigen plekje) en verrijken de natuur. Andere nieuwkomers als Watercrassula kunnen invasief hele vennen overwoekeren ten koste van de inheemse flora en fauna. In de bebouwde kom van Nijmegen is misschien wel een derde van alle planten uitheems van oorsprong.

Auteur: Erik van Dijk


Geen opmerkingen:

Een reactie posten