zondag 1 maart 2015

De soortenrijkdom van Nijmegen: Beauty and the beast


Zou je meer vlinders in je tuin willen? Waarschijnlijk zal elke Nijmegenaar deze vraag met een volmondig “Ja!” beantwoorden. Al helemaal wanneer het om mooie bontgekleurde Dagpauwogen gaat. Maar als je diezelfde Nijmegenaren zou vragen of er wat brandnetels in zijn tuin zouden mogen staan of misschien in het plantsoen verderop in de straat, dan zal het antwoord vrijwel unaniem “Nee” luiden.

De paradox is dat de Grote Brandnetel de enige waardplant is voor de Dagpauwoog. De rupsen van Dagpauwogen kunnen alleen brandnetels eten, dus als je zulke mooie vlinders in je omgeving wilt hebben dan zul je ook op sommige plaatsen de ruimte moeten geven aan brandnetels. Als je de brandnetels weghaalt dan roei je deze vlinder uit.

Grote Brandnetel © Erik van Dijk
Dagpauwoog © Erik van Dijk











Deze afhankelijkheid van de brandnetel geldt helaas niet alleen voor de Dagpauwoog, maar ook voor twee andere kleurrijke vlinder: de Kleine Vos en het Landkaartje. Voor andere soorten gelden weer andere afhankelijkheden.

Landkaartje © Erik van Dijk
Kleine Vos © Erik van Dijk


Nog een voorbeeldje:

“Bloemen houden van mensen” is de slogan van de Nederlandse bloemensector, maar “Houden mensen ook van bloemen?” In hoeverre laten we in Nijmegen nog ruimte over voor bloemen in openbaar groen. Wanneer er in Nederland aan het einde van de zomer wordt gemaaid, is dat voor vlinders nauwelijks een probleem maar midden in de vliegtijd van de vlinders is het de dood in de pot. Behalve Madeliefjes zijn er weinig bloeiende planten die herhaaldelijk maaien overleven. Veel mensen willen in een keurig opgeruimde omgeving wonen, maar is dat een omgeving zonder inheemse bloemen en dus vlinders.


Auteur: Erik van Dijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten